Veiligheid
Preventief beleid, veiligheid & gedragsregels
Het is belangrijk dat iedereen, en met name minderjarigen en kwetsbare groepen, in een veilige omgeving kunnen sporten. Helaas worden we in Nederland nog te vaak opgeschrikt met verhalen over seksuele intimidatie (of erger) van kinderen rond het beoefenen van hun sport. Als sportvereniging is het een plicht om maatregelen te nemen die seksuele intimidatie kunnen voorkomen. Om die reden heeft De Linge/PCG beleid gemaakt om dit soort misstanden te voorkomen. Dit beleid bestaat uit de volgende punten.
DE LINGE/PCG heeft twee vertrouwenscontactpersonen.
De vertrouwenspersoon is het eerste aanspreekpunt binnen de sportorganisatie voor iedereen die te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag of daar een vraag over heeft en hier met iemand over wil praten. De vertrouwenspersoon is er voor iedereen binnen de organisatie; sporters, ouders, trainers, toeschouwer, bestuurders etc.
De vertrouwenspersoon kan het thema in de organisatie bespreekbaar maken en preventieve maatregelen opzetten. Indien er onderwerpen zijn welke je in vertrouwen wilt bespreken kun je contact opnemen met mevrouw Jeanette Advokaat en mevrouw Lisa Eindhoven. Zij zijn vertrouwenspersoon voor De Linge/PCG en bereikbaar via vertrouwenspersoon@delingepcg.nl.
Jeanette Advokaat is binnen de vereniging actief geweest als trimzwemster, klokker bij het wedstrijdzwemmen al sinds jaren een vaste waarde achter de tafel bij de wedstrijden van Heren 1. Jeanette is werkzaam als doktersassistent in Werkendam en op de huisartsenpost in Gorinchem.
Lisa Eindhoven is speelster in dames 2 en op zijn tijd zit zij achter de waterpolotafel. Ook staat zij op woensdagavond langs de rand van het bad om training te geven aan GO-10 in Gorinchem. Lisa is in het dagelijks leven werkzaam als kinderpsycholoog in Leerdam.
Er wordt discreet en voorzichtig met alle vragen worden omgegaan. Wil je liever bellen, ook dit kun je aangeven in een korte e-mail. De vertrouwenspersoon zal dan contact met je opnemen.
DE LINGE/PCG hanteert de gedragsregels die door het NOC*NSF zijn opgesteld om ongewenst gedrag in de relatie sporter en trainer/begeleider te verkleinen. Daarnaast fungeren deze gedragsregels als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Alle sportbonden, die zijn aangesloten bij het NOC*NSF (w.o. de KNZB), hebben deze gedragsregels overgenomen in hun tuchtrecht. Voor begeleiders is het belangrijk dat zij weten wat deze gedragsregels zijn en dat deze ook voor hen gelden. Daarom staan deze gedragsregels op de website van de DE LINGE/PCG en moeten alle begeleiders van de jeugd schriftelijk verklaren (mag ook digitaal) bekend te zijn met de gedragsregels.
DE LINGE/PCG hanteert een aannamebeleid voor begeleiders van de jeugd om zo een beter beeld te krijgen van de begeleider.
Het aannamebeleid bestaat uit:
- Het voeren van een kennismakingsgesprek met de begeleider door een bestuurslid of een door het bestuur aangewezen persoon;
- Het doen van een referentie check wanneer de begeleider in het verleden bij andere verenigingen of instellingen met jeugd heeft gewerkt;
DE LINGE/PCG vraagt alle begeleiders van de jeugd om een VOG aan te vragen en deze te overleggen aan de Jeugdcommissie. DE LINGE/PCG initieert deze aanvraag, waarna de begeleider de aanvraag afrondt. Het aanvragen van een VOG voor een begeleider van de jeugd is voor de DE LINGE/PCG kosteloos. De WPC administreert de VOG’s.
De kleedkamer is een plek wat per definitie een veilige omgeving moet zijn. Daarom geldt het volgende omtrent wie er wel en niet in de kleedkamers mogen komen:
Jongens
Vanaf de E-pupillen komen er geen vrouwen meer in de kleedkamer om kinderen te helpen met omkleden, verkleden en douchen. Mannen zullen hierbij indien nog nodig een helpende hand moeten bieden. De ervaring leert echter, dat ze het uitstekend zelf kunnen omdat ze dat thuis en op school ook al doen.
Meisjes
Bij alle meisjes-teams komen geen mannen in de kleedkamer. Dit geldt zowel voor, tijdens en na de wedstrijd.
Gedragsregels voor begeleiders
De gedragsregels zijn door NOC*NSF opgesteld om ongewenst gedrag in de relatie sporter en trainer/begeleider te verkleinen. Daarnaast fungeren ze als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Alle sportbonden, aangesloten bij NOC*NSF, hebben deze gedragsregels overgenomen in hun tuchtrecht. Voor begeleiders is het belangrijk dat zij weten wat deze gedragsregels zijn en dat deze ook voor hen gelden.
- De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
- De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
- De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
- Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
- De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal
zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten. - De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
- De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
- De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
- De begeleider zal de sporter en/of diens ouders of verzorgers geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter en/of diens ouders of verzorgers,die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
- De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.
- In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de
begeleider in de geest hiervan te handelen.
Binnen de zwem en poloverenigingen heb je te maken met intimiteit. Bij veel activiteiten is er sprake van lichamelijk contact. Gedacht kan worden aan het trainen, wedstrijden spelen, het omkleden in gescheiden heren/dames kleedkamers en het douchen in gemeenschappelijke ruimten. Het actief hanteren en uitdragen van omgangsregels helpt om overschrijding van grenzen te voorkomen.
Voorbeelden van omgangsregels
Hieronder vind je een aantal omgangsregels voor alle leden.
- Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij is en discrimineer niet. Iedereen telt mee binnen de vereniging.
- Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft.
- Ik val de ander niet lastig.
- Ik berokken de ander geen schade.
- Ik maak op geen enkele wijze misbruik van mijn machtspositie.
- Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen.
- Ik negeer de ander niet.
- Ik doe niet mee aan pesten, uitlachen of roddelen.
- Ik vecht niet, ik gebruik geen geweld, ik bedreig de ander niet, ik neem geen wapens mee.
- Ik kom niet ongewenst te dichtbij en raak de ander niet tegen zijn of haar wil aan.
- Ik geef de ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht.
- Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk.
- Als iemand mij hindert of lastigvalt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen. Als dat niet helpt, vraag ik een ander om hulp.
- Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden en spreek degene die zich daar niet aan houdt erop aan en meld dit zo nodig bij het bestuur.